Elleboogdysplasie
Elleboogdysplasie is een verzamelnaam voor vier veel voorkomende elleboog aandoeningen bij de hond.
Deze vier aandoeningen zijn:
1. LPC (los processus coronoideus)
2. LPA (los processus anconeus)
3. OCD (osteochondrose dissecans) en
4. elleboog incongruentie
Deze vier ontwikkelingsstoornissen kunnen zowel apart als samen voorkomen.
Elleboogdysplasie is de voornaamste oorzaak van kreupelheid aan de voorhand van de hond
De ontstaanswijze is niet helemaal duidelijk maar waarschijnlijk een combinatie van genetische aanleg, nutritionele tekorten, groeistoornissen en trauma. Het komt voornamelijk voor bij de grotere hondenrassen.
De erfelijkheid van elleboogdyspalsie is polygeen, oftewel er zijn meerdere genen bij betrokken. Het komt vaker voor bij mannelijke dan vrouwelijke dieren.
De elleboog
Het ellebooggewricht is een scharniergewricht dat zich tussen de opperarm (humerus) en het spaakbeen en de ellepijp (radius en ulna) bevindt. De ulna is langer dan de radius, wat er mede voor zorgt dat de voorpoot niet overstrekt kan worden.
Het ellebooggewricht is precies zo gemaakt dat de humerus valt in de ronding van de radius en ulna. Hierdoor zijn er wel wat kleine uitstekende botdeeltjes: de processus anconeus en de coronoideus (zie figuur 1 en 2A en B).
LPC (Los Processus Coronoideus)
LPC is de meest voorkomende aandoening als men het heeft over elleboogdysplasie.
De mediale (binnenste) processus coronoïdeus draagt ongeveer 50% van het gewicht dat op de voorpoot terecht komt. Het spaakbeen (radius) draagt de andere 50%.
Als deze processus coronoideus afbreekt (geheel of gedeeltelijk) noemen we dat een LPC. Dit afbreken kan door een groeistoornis of natuurlijk ook door trauma gebeuren.
Dit is natuurlijk pijnlijk en geeft irritatie en uiteindelijk artrose in het ellebooggewricht.
OORZAAK
Bij jonde dieren bestaat de processus coronoideus nog uit kraakbeen. Bij kleinere honden verbeent deze processus op jongere leeftijd dan bij grotere honden.
Men vermoed dat één van de oorzaken van LPC is, een verschil in groeisnelheid van de radius en de ulna. Hierdoor kan het voorkomen dat het gewricht (tijdelijk) niet meer goed past (incongruentie), en daardoor komen er abnormale krachten op de processus coronoideus. Deze kan dan afbreken. Vooral bij grotere hondenrassen als deze op dat moment nog niet volledig verbeend is maar uit het minder stevige kraakbeen bestaat.
Een LPC geeft pijn bij beweging. Het gewricht kan verdikt zijn, de bespiering aan de aangetaste poot kan minder zijn, er kan crepitatie (krakend geluid) zijn bij beweging en ook kan het gewricht beperkt zijn in de beweging.
Sommige honden met LPC houden hun elleboog ook heel typisch naar buiten. Dit is duidelijk zichtbaar als je deze vergelijkt met de andere poot, indien de hond aan beide ellebogen een LPC heeft gaat dit natuurlijk niet op.
In zeer lichte gevallen kan een behandeling met rust en ontstekingsremmers aanvaardbare resultaten geven. In het overgrote deel van de gevallen zal chirurgisch ingrijpen noodzakelijk zijn. Hierbij wordt de LPC volledig verwijderd.
LPA (Los Processus Anconeus)
Het processus anconeus is een uitpuiling van de ellepijp (ulna) dat in de middengleuf op de opperarm (humerus) scharniert.
Ook deze bestaat bij de jonge hond nog volledig uit kraakbeen en verbeent zich met het ouder worden van de hond.
Door de hierboven bij de LPC al genoemde oorzaken kan het ook hier gebeuren dat deze processus anconeus afbreekt met ook weer pijn en artrose tot gevolg. Het is echter ook hier niet 100% bewezen dat incongruentie DE oorzaak is.
OCD (Osteochondrose dissecans)
Om OCD beter te begrijpen is wat basale kennis over de normale endochondrale ossficatie nodig. De term endochondrale ossificatie is een proces van groeikraakbeen dat wordt omgezet naar been. Deze vorm van ossificatie is ideaal, want de dieren kunnen op die manier groeien en de de groeiende beenderen kunnen belast worden. Epifysair kraakbeen (groeikraakbeen) komt voor ter hoogte van de groeiplaten en in het gewrichtskraakbeen. Tijdens de ontwikkeling van de pup naar de volwassen hond verandert dit kraakbeen in bot.
Als er bij deze omzetting iets misgaat kan er OCD ontstaan. er is dan een lokaal letsel aanwezig zijn op de plaats waar normaal gesproken verbening plaats zou vinden ter hoogte van het gewrichtsvlak.
Een klein trauma kan er dan voor zorgen dat dit kraakbeen los komt van de onderliggendevlaag en een flap gaat vormen. De flap kan soms terug vast groeien, meestal komt de flap los en is dan als een gewrichtsmuis (los stukje) aanwezig in de gewrichtsruimte en veroorzaakt er gewrichtsontsteking.
.
Het ontstaan van osteochondrosis (OC) is multifactorieel en is vermoedelijk een combinatie van genetica, leeftijd, hoog geboortegewicht, geslacht, ras, snelle groei, en specifieke voedingsgewoontes zoals diëten rijk aan energie, proteinen, calcium en fosfor. Maar de exacte oorzaak is nog onbekend.
OCD komt niet alleen voor in het ellebooggewricht, maar ook in andere gewrichten zoals de knie, schouder en enkel.
Elleboog incongruentie
Wat is een incongruente elleboog?
Bij een incongruente elleboog zijn de ellepijp en het spaakbeen (tijdelijk) niet gelijk van lengte, zodat het ellebooggewricht niet goed in elkaar past. Deze afwijkende pasvorm kan op zich al een reden zijn voor mank lopen of kreupelheid maar door de incongruentie kunnen ook andere elleboogaandoeningen zoals LPC en LPA ontstaan. Zowel het spaakbeen als de ellepijp kan te kort zijn.
Deze incongruentie kan komen door een ongeluk (trauma), waarbij de groeischijf beschadigd is geraakt (en vroegtijdig sluit), echter ook hier kan er sprake zijn van een erfelijke aanleg. Bij bepaalde rassen is er juist aanleg voor een te kort spaakbeen (Berner Sennen, Duitse Herder en Retrievers) terwijl andere rassen juist een aanleg kunnen hebben voor een te korte ellepijp (Bassets en Engelse Bulldoggen). De symptomen ontstaan vaak tijdens de groei, op een leeftijd van 5 tot 6 maanden.
Behandeling van ED:
Preventie:
Het ontstaan van ED is voor 30% erfelijk en voor 70% afhankelijk van andere factoren zoals voeding, belasting en bouw.
Aangezien het een multifactoriele oorzaak heeft, is de preventie ook multifactorieel:
Goede voeding, verantwoorde beweging (niet te veel en niet te weinig), voorkomen van trauma en niet te vergeten de erfelijke factor:
gebruik maken van ouderdieren die getest en vrij zijn bevonden van ED.
Met deze maatregelen wordt de kans op een hond met elleboogdysplasie verkleind. De Dalmatiër Club Nederland stelt dan ook als voorwaarde dat alleen dieren die vrij zijn van ED gebruikt mogen worden als fokdier.
Note: Yara en Robbie zijn ED vrij, Poppy en Lisa zijn (nog) niet gecontroleerd op ED